De Boeren handdruk
Boerenhanden laten nooit los, zij verbinden zich met het erf voor het leven.
Het is koud in de melkstal, ´s ochtends zie ik de sneeuwvlokken tussen een spleet van het dak naar binnen dwarrelen. Na het ontbijt zie ik mijn schoonvader zout strooien over ons erf.
Ik zie hem strooien maar voor mijn ogen verschijnt het beeld van een boer die zijn akker inzaait. Met zijn hand graait hij in de emmer onder zijn arm, vervolgens gooit hij in een boog het zout om zich heen. Niet alleen strooizout maar ook rogge, kunstmest en gras zijn door deze vingers over het land verspreid.
Een hand die alles wat hier om ons heen staat zelf heeft opgebouwd. Een hand die alles met bloten handen doet. Deze hand kent geen handschoenen, deze hand wijkt niet voor viezigheid of scherpe stukken.
Deze hand weet als geen ander dat hij altijd moet door- en aanpakken wat er op zijn pad komt.
Deze hand knoopt met touw alles aan elkaar. Van staldeuren, koeien, aanhangwagens en fietsendragers, waar je touw ziet is deze hand geweest. Deze hand kan met touw verbinden, dat wat een timmerman met zijn spijkers doet. Deze hand heeft heel wat koeien gemolken, opgejaagd en gevoerd.
Deze hand is grof vol eelt, uitgehard en doorleefd.
Deze hand kent tegenslagen van pijn en verdriet, hij heeft geleerd door te gaan koste wat kost. Deze hand heeft het werk overgedragen aan zijn eigen jonge handen. Deze handen worden voorzien van een prachtig bedrijf, een familiebedrijf.
Hij beschermt zijn jonge handen met heel zijn hart.
Deze hand wijst terecht, naar het verleden.
Deze hand blijft vasthouden en beroeren zolang hij leeft. Het geeft hem de kracht en onuitputbare energie om iedere ochtend vroeg op te staan. Ook nu hij langzaam zelf wat grip verliest, zal deze hand blijven sturen en richting geven aan al wat komen gaat.
Deze hand blijft vast-houden omdat dit zijn verbinding met het leven, zijn grond en het erf is net zo lang totdat het touw op is.